
27.11.2018 – Ook bij ons gebeurt dat niet dagelijks, post van de hoogste baas bij de publieke radio, Jurre Bosman. Hij is de directeur audio bij de NPO. Jurre ruimde laatstelijk wat kasten en bureaulades leeg, deed wat hij zoal aan radioverleden vond in een doos en stuurde die op. Driewerf hulde, fijn hoor – zo’n blije doos in Sinterklaastijd. Jurre Bosman heeft een 3FM en TROS-verleden, was jaren eindredacteur bij de NPS en werd in 2014 zendermanager bij Radio 2 en Radio 5. Dat alles leverde in de doos een mooie dwarsdoorsnede op van radiovormgeving uit verschillende jaren en van verschillende zenders. Natuurlijk zijn we er daar zeer verguld mee. Jurre meldt ons binnenkort meer kasten leeg te zullen ruimen. Ha, het eerste goede voornemen van 2019 is er al.


04.11.2018 – Nee hoor, lang niet alle Amerikaanse jingles kwamen uit Dallas Texas. In Memphis maakten Pepper en Tanner bijna veertig jaar vol. Het bedrijf begon in 1956 als Pepper Sound Studios, eind 1968 gingen ze Pepper Tanner heten en in januari 1973 werd het the William B. Tanner company. En begin jaren tachtig stapte Media General erin en werd het MGBS (Media General Broadcasting Services) tot de boedel in 1989 aan concurrent TM Century werd overgedaan. Jingleweb vlooide de geschiedenis uitgebreid na, twee spades diep dit keer. En diepte op dat de jingleproductie startte als een nevenaciviteit van radiostation WDIA. En dat
het weldra een echte jinglefabriek ging worden, met twee koortjes: de Peptones en de Pepperwills. Wie zaten er achter het bedrijf? Wie componeerde er? Dat levert mooie verhalen op. Hoe koorleider Ronnie Tutt de drummer werd van Elvis bijvoorbeeld, hoe de FBI uiteindelijk binnenviel en de shabby zaakjes van Bill Tanner ging ontrafelen en de big boss achter de tralies belandde. Pepper en Tanner zaten in bijna een dozijn gebouwtjes, geluidstechnicus Mark Goodman maakte op ons verzoek een plattegrond en voor het eerst wordt inzichtelijk gemaakt hoe het zat. Genoeg nieuws te zien en te beleven op de speciale 


Soundcloud en Shazam geven lang niet altijd uitsluitsel over tunes en jingles die op radiozenders zijn gebruikt. Tenminste: als die uit jinglepakketten zijn gehaald, en niet van LP’s en
singles komen die in de handel verkrijgbaar waren. Atlantis was al een voorbeeld daarvan (scroll toch even naar beneden), en dit hier is een nieuw voorbeeld van hetzelfde fenomeen. Radio Hauraki, aan de onderkant van onze wereldbol, begon op 4 december 1966 uit te zenden vanaf de Tiri, een schip dat felgeel was geverfd. Bijnaam: Yellow submarine. Daar tart je natuurlijk meteen het nootlot mee, met zo’n dappere naam (Hauraki maakte nogal wat strandingen mee en bijna-zinkpartijen). Maar het openingsprogramma was enthousiast en de Young New Zealanders waren dol op dit nieuwe speeltje. Een paar geluidsfragmenten in de openingsshow kwamen niet van plaat maar van een obscuur demobandje van Atwood Richards, een obscure maatschappij die jingles had gemaakt voor KIMM in Oregan. Zo klonk dat:
herkennen. Jakker een fragment door Shazam of Soundhound (die net wat beter is) en je wordt doorgaans op je wenken bediend. Toen we elf jaar geleden het Tunesboek uitbrachten bij Nijgh & Van Ditmar was het nog andere koek. Met een pasje van de Fonotheek van het NOB trokken we een diagonaal door het omroeparchief, elke keer met minstens 200 geluidsdragers in boodschappentassen naar huis dragen om te checken of de tunes en jingles uit persoonlijke notities en BUMA-lijsten ook wel echt tunes en jingles waren. Maar nog steeds bieden de muziekherkenningsprogramma’s geen soelaas als de muziekbedjes uit jinglepakketten zijn geleend. Dat moet je nog steeds zelf ontdekken als je die jinglepakketten beluistert. Deze viel vandeweek zomaar een tune uit de boom: de lange orkestfiller van Pepper Tanner voor WNOP, in 1970 custom gemaakt (op wensen van de klant). A. J. Beirens kreeg het demobandje kennelijk in handen en maakte in 1974 een lange en meertalige ID voor Radio Atlantis. Hoor maar.
