All posts by Redactie

Ken jij jinglebedrijf MAC 2001 ???


VARAlogo198310.09.2013
– Eén van onze favoriete jinglepakketten aller tijden is dat voor de VARA uit 1983. Waarschijnlijk gecomponeerd door Peter Schön, maar zeker ingezongen door Jody Pijper en Pim Roos in de VARA-studio aan de Heuvellaan in Hilversum. Baszanger Pim Roos uit Den Haag had in de jaren tachtig samen met Herman van Velzen een eigen jinglebedrijf: MAC 2001. Een relatief onbekend jinglebedrijf, dat maar enkele jaren actief is geweest. Maar hoe! Het bedrijf, gevestigd in Zoetermeer, heeft in de paar jaar van zijn bestaan jingles gemaakt voor Stadsradio Rotterdam, Holland FM, Radio Noordzee Nationaal en dus ook de VARA. En die jingles hebben onze grote interesse. De keyboards in deze set zijn uitstekend, de composities zijn meer dan swingend, en de baspartij is natuurlijk … hoe de stem van Pim is: als een houten kast die je verschuift. Vooral heel laag. Veel radioluisteraars kennen het werk van MAC 2001 van de overbekende filler voor de Verrukkelijke 15. Want wie Verrukkelijke 15 zegt, hoort in 1-2-3 de tune in zijn hoofd gonzen.
Cashmere 1979 - foto Pim RoosVolgens zijn eigen website heeft Pim Roos vanaf 1981 op meer dan duizend jingle-pakketten z’n basstem laten horen. Opdrachtgevers zijn jingle-produktiebedrijven zoals Top Format in Haarlem, VHU Europe in Hilversum, SOB in Bussum, Pors Creative in Geldrop en Simrek in Rhenen. Ook zingt hij voor veel jingles voor internationale radiostations, meestal fonetisch: in het Fins, Turks, Deens, Noors, IJslands en Hongaars. Voor Sky Radio en Radio 2 (België) is hij acht keer naar de studio’s van JAM in Dallas (USA) gevlogen om daar de bassen in te zingen. Verder doet hij zang- en spreekstem voor Sesamstraat, Disney-on-ice shows, televisiecartoons, cartoon-DVD’s, The Lion King, Beauty and the Beast, Mickey Mouse, Donald Duck, Anastasia en nog veel meer. In 1979 maakte Pim trouwens deel uit van de popgroep Cashmere, dat een eenmalige hit had met Love’s what I want. Op de foto zie je Pim Roos links.

 

Het (jingle-) archief van de VPRO

09.09.2013 – Sinds 2006 is Nienke Feis van de VPRO bezig met het leukste werk van de wereld: het afluisteren en beschrijven van duizenden banden met radioprogramma’s van de VPRO, waarvan niemand weet wat erop staat. Het resultaat van al dat werk verschijnt op een aparte weblog van de VPRO. Daarop staan dus talloze programma’s die zeer de moeite waard zijn om opnieuw af te luisteren. En daarop staan met grote regelmaat jingles waarvoor meer dan hetzelfde geldt. Tik het woord maar in als zoekterm. Of zoek gericht naar programmatitels.

Jingles zijn behoorlijk verslavend

Jingle Jell08.09.2013 – Natuurlijk willen wij onze lezers niet gokverslaafd maken. Hooguit – net als wij – jingleverslaafd. Maar toch laten we je kennis laten maken met de Jingle Jell Jackpot, een commercieel quizprogramma dat elke door-de-weekse dag werd uitgezonden door radiostation CJAD in Quebec, Canada. Het station had een prachtige advertentie laten maken door de plaatselijke ontwerpstudio, gebaseerd op de toetjesproducent die het programma sponsorde: Ewing’s Jingle Jell. “A delicious Jelly dessert” verkrijgbaar in de smaken kersen, citroen, sinaasappel, ananas, framboos en aardbei. Wij vinden vooral het artwork mooi, want zo heet dat tegenwoordig. Nou vooruit, de vormgeving.

Dick Raaijmakers overleden

Natlab - Kid Baltan 0207.09.2013 – Afgelopen woensdag 4 september is componist en muziekpionier Dick Raaijmakers overleden. Hij werd 83 jaar oud en leed al enkele jaren aan een vorm van Parkinson.
Raaijmakers voerde met collega Tom Dissevelt in de jaren ’50 muzikale experimenten uit op het Natuurkundig Laboratorium van Philips in Eindhoven, het Natlab. Veel van de electronische werd later veelvuldig ingezet als tune, onder meer in de Ad Bouman Top Tien (ABTT) op zeezender Radio Veronica. Uit Het Tunesboek (2007);
Het waren opzienbarende tunes, die werden gemaakt in kamer 306 van het Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven-zuid. In opdracht van Philips deden componist Tom Dissevelt en technicus Dick Raaijmakers er in de jaren vijftig experimenten met elektronische muziek. Dat leek Philips een mooie toekomst. Hele orkesten konden verdwijnen, als je met een geluiden-computer elk instrument uit het toetsenbord kon toveren. Met de experimenten was Philips dr. Robert Moog en diens synthesizer jaren voor. In 1956 werd met componist Henk Badings elektronische muziek gemaakt voor het Nederlandse paviljoen op de wereldtentoonstelling in Brussel. Zijn assistent werd Dick Raaijmakers, die nederig aan de lopende band bij Philips was begonnen, hoewel hij was afgestudeerd aan het Haagse conservatorium. Raaijmakers werd de motor achter verdere experimenten. In 1957 maakte hij nagenoeg in z’n eentje met oscillators en toongeneratoren ‘Song of the second moon’, een ingenieus bouwwerk van effecten en melodietjes, in tientallen montages aan elkaar geplakt. Om copyright-redenen mocht hij van Philips z’n eigen naam niet voeren en bedacht Kid Baltan als pseudoniem (zijn voornaam Dick en Natlab omgekeerd). Jarenlang gaven de Philips-mensen de plaatjes in het buitenland als relatiegeschenk weg, om maar van de stapels in het depot af te komen. Ironisch genoeg zorgde dat voor wereldwijde roem. Het plaatje werd overal ter wereld uitgezonden en op Song of the second moon werd zelfs ballet gedanst. De songs werden een voorbeeld voor vele latere grootheden, vooral in Amerika. ‘Deze twee mannen opende voor mij de deur’, zegt Jean-Jacques Perrey, die met Gershon Kingsley zelf een virtuoos producer van elektronische muziek werd. Ook zeezender Veronica gebruikte de Baltan-muziek intensief, nadat technicus Adje Bouman op de Philips-opleidingsschool de plaat had gevonden. Aanvankelijk had Raaijmakers er de pest over in, toen Philips Dissevelt in 1958 bij de experimenten betrok. Hij was bassist/arrangeur bij The Skymasters, deed de arrangementen van de veelgeprezen (Philips) lp ‘The Cool Voice of Rita Reijs 2’ (en trouwde haar zuster Rina). De samenwerking pakte echter zeer goed uit. Dissevelt logeerde soms weken in Raaijmaker’s ouderlijk huis in het witte dorp van Eindhoven, waar de Philips-ingenieurs woonden. In 1989 stierf hij, als vergeten en getekend man, die nog jaren had getoerd met Sonneveld en Toon Hermans. ‘Hij was erg somber van aard’, zei Rina Dissevelt in 2002 over haar echtgenoot op de 4-cd-box die Basta Music in 2004 van het werk uitbracht: ‘Maar kijk eens hoe gelukkig hij er op foto’s in het Natlab uitziet. Hij was geïrriteerd als hij dan thuis wat liet horen en ik als reactie zei dat ik er geen enkele melodie in kon ontdekken’. Raaijmakers is één van Nederlands’ meest experimentele componisten gebleven. Hij fabriceerde ‘geluidsproducerende installaties’, waarbij trillingen uit luidsprekers stalen kogels of metalen plaatjes lanceren, die weer tegen de speaker botsen en voor nieuwe versterkte trillingen zorgen. Zo ontstaat een eigen dynamiek en wordt een componist overbodig. De installaties zijn onder meer in het Stedelijk Museum in Amsterdam geëxposeerd.

 

Ontdekt: commercial demo van Pepper Sound Studios

Pepper logo07.09.2013 – Jingleweb bericht graag en veel over radiojingles en radiotunes. Maar ook radiocommercials hebben – zijdelings – onze aandacht. Al was het maar omdat veel jinglebedrijven hun geld ook (of vooral) verdienen met radiocommercials. Simpelweg omdat er met radiojingles niet voldoende geld te verdienen valt / viel. Neem nou het bedrijf Pepper Sounds Studios in Memphis, Tennessee, de Verenigde Staten dus. John Pepper was al in 1957 gestart met een platenmaatschappijtje, maar zette dat in 1964 om tot een jingles- en commercialsbedrijfje. Niet nadat hij zakenpartner Floyd Huddleston eruit had gewerkt. Zoals vele andere bedrijven bracht ook Pepper Sounds Studios demo’s uit om radiostations en adverteerders te interesseren in respectievelijk jingles en commercials. Deze maand dook op internet een demo op van het reclamewerk van Pepper Sounds Studios. Een demo uit waarschijnlijk 1965. De demo bestaat uit twee delen. Een inleiding en een summing-up van de commercials. Twee jaar later zou John Pepper zakelijk samengaan met Bill Tanner, om zijn onderneming voort te zetten als jinglebedrijf Pepper Tanner. Bill Tanner, ook al zo’n snelle jongen. Over hem later meer op Jingleweb. Zie ook de fotopagina op Jingleweb van WB Tanner.